Midden jaren 80 kwam ik bij de KNAU terecht. Als actieve topsporter zocht ik naar kennis en opleiding. Op Papendal ontmoette ik Sjef Swinkels. Deze man ging over een uitgebreid programma van opleidingen binnen de KNAU. Ik kwam om mijn kennis te vergroten, maar hij vroeg mij al gauw om aan de Specialisatie Kracht, die binnen de opleiding van de KNAU bestond, mee te werken.
Een van mijn 1e herinneringen daaraan is dat hij mij voor de klas commentaar liet leveren op de halter verrichtingen van speerwerper Jeroen van der Meer. Dit deed ik als vrije halter specialist. In de jaren ’80 leerde ik ook verschillende atletiektrainers kennen. Sjef is eind jaren 80 overleden.
Ik was actief in de opleidingen van de KNAU tot 1996. Al met al een leerzame periode. In deze 12 jaar, maar ook daarna, heb ik met allerlei atleten getraind, voornamelijk werpers en sprinters.
In mijn eigen training kampen heb ik kunnen zien hoe andere Europese atleten trainden en die ervaring heb ik in mijn aanpak opgenomen.
In Kracht-Training kan, denk ik, flinke winst behaald worden, met name op het gebied van voorkomen van blessures. De klassieke krachttraining veroorzaakt onnodig veel blessures in de gewone training. Dat is de reden waarom ik van klassieke Kracht-Training naar Movement Efficiency (M-E) en gegroeid. Grondige kennis van vrije haltertraining, vooral de technische kant levert ook directe winst op.
Sinds de jaren ’60 is het gewichtheffen geen onderdeel meer van de atletiek. De technieken en het inpassen van de vrije halter-training in een topsport programma heeft sindsdien een enorme ontwikkeling doorgemaakt.
Mijn ervaring is steeds voor kortere tijd – tot enkele maanden – met werpers, midden afstand lopers, sprinters, marathon.